Het ademhalingsproces

Tijdens het begin van een ademsessie wordt gevraagd de ademhaling te observeren en er op te letten waar deze beweegt en voelbaar is en waar niet. Vervolgens breng je de adem naar die gebieden waar ze niet beweegt en voelbaar is. Dit betekent eigenlijk dat je ademt naar waar je gewoonlijk vermijdt naar toe te ademen. Op deze wijze kunnen alle blokkades in borst en onderlichaam opgelost worden. Dit gebeurt met behulp van het intensieve ademen en een vergrote zuurstof toevoer naar het bloed. Hierdoor worden blokkades voelbaar, met name door prikkeling en verkrampings-verschijnselen. Op dat moment gaat het ademritme zich versnellen. Dit verhoogt de spanning van het sympathische zenuwstelsel, waardoor onafgemaakt materiaal weer onder bereik kan komen en voltooid kan worden. Dit leidt spontaan naar een breath release [spontaan loslaten van de ademhaling] Nu neemt het parasympathische zenuwstelsel de controle over. De adem wordt nu langzaam en diep. Deze breath release kan iemand er toebrengen via regressie tot zijn geboorte terug te gaan. Met name naar het moment van de éérste ademhaling. Wanneer je verder gaat , kan dit stadium overgaan in andere bewustzijnstoestanden, zoals intra-uterinaire ademhaling ervaringen [ademhaling-ervaringen die binnen de baarmoeder zijn gelegen] of zelfs spontane lichaamsuittredingen